Een lensimplantatie is een effectieve oplossing voor mensen die niet in aanmerking komen voor ooglaseren, maar toch graag zonder bril of lenzen willen leven. Deze behandeling wordt steeds populairder, zeker onder mensen met een hoge sterkte of een dun hoornvlies. Toch is het belangrijk om goed voorbereid te zijn en te weten waar je op moet letten voor je deze stap zet. Zeker als je net een baby hebt gekregen!
Een lensimplantatie is veilig en geeft in veel gevallen uitstekende resultaten, maar een goede voorbereiding en de juiste kliniek maken het verschil.
Je ogen laten onderzoeken is de eerste stap
Voor je beslist of een lensimplantatie iets voor jou is, moet je ogen uitgebreid onderzocht worden. Er wordt onder andere gekeken naar de gezondheid van je ogen, de dikte van je hoornvlies en je brilsterkte. Niet iedereen komt automatisch in aanmerking voor de behandeling. Daarom is het belangrijk om bij een gespecialiseerde kliniek een vooronderzoek te laten doen. Dat onderzoek geeft duidelijkheid over de mogelijkheden en de beste aanpak voor jouw situatie.
Ogen laseren na een zwangerschap: is dat verstandig?
Veel nieuwe mama’s vragen zich af of ze direct na de bevalling hun ogen kunnen laten laseren. Tijdens een zwangerschap en in de periode erna kunnen je ogen tijdelijk veranderen. Hormonen hebben invloed op het hoornvlies en de traanproductie, waardoor je sterkte kan schommelen. Daarom wordt meestal aangeraden om een aantal maanden te wachten tot je ogen volledig stabiel zijn, zeker als je borstvoeding geeft. Pas wanneer je zicht weer constant is, kan een kliniek goed beoordelen of ooglaseren of een lensimplantatie geschikt voor je is.
Kies zorgvuldig waar je je laat behandelen
Een lensimplantatie is een medische ingreep waarbij nauwkeurigheid essentieel is. Het is daarom belangrijk dat je kiest voor een lensimplantatie beste kliniek. Dat wil zeggen, een kliniek met ervaring, goede apparatuur en duidelijke begeleiding. Niet elke kliniek werkt met dezelfde technieken of biedt dezelfde nazorg. Lees reviews, vergelijk opties en stel vragen tijdens het eerste gesprek.
Begrijp het verschil tussen voorzet- en vervanglenzen
Er zijn twee soorten lensimplantaties: voorzetlenzen en vervanglenzen. Bij een voorzetlens wordt er een extra lens geplaatst bovenop je natuurlijke ooglens. Bij een vervanglens wordt je eigen lens verwijderd en vervangen door een kunstlens. De keuze hangt af van je leeftijd, sterkte en de gezondheid van je oog. Voorzetlenzen worden vaker gekozen bij jonge mensen met een hoge sterkte, terwijl vervanglenzen gebruikelijker zijn bij mensen boven de 45.
Wees realistisch over wat je kunt verwachten
De meeste mensen zien na een lensimplantatie meteen scherper, maar het kan een paar dagen duren voordat je zicht volledig stabiel is. Ook is het belangrijk om te weten dat je bij een vervanglens op latere leeftijd geen staar meer kunt krijgen. Bij voorzetlenzen blijft je eigen lens echter intact, wat betekent dat staar later alsnog kan ontstaan. Bovendien kan je zicht nog licht schommelen in de weken na de behandeling, wat normaal is tijdens het herstel.
Vraag naar de gebruikte technologie
Niet elke kliniek werkt met dezelfde apparatuur. Moderne technieken zoals de trifocale lens of de implantatie met femtolasers zorgen vaak voor beter zicht, minder kans op complicaties en een sneller herstel. Vraag daarom welke technologie gebruikt wordt en waarom dat voor jou de beste optie is. Een kliniek die transparant is over hun methode, straalt vertrouwen uit en helpt je beter in je keuze.
Denk na over je dagelijks leven na de behandeling
Na een lensimplantatie hoef je meestal geen bril of lenzen meer te dragen. Toch kan het zijn dat je voor bepaalde situaties, zoals lezen bij weinig licht, nog een leesbril nodig hebt. Zeker bij monofocale lenzen is dat gebruikelijk. Bij multifocale lenzen heb je vaak op alle afstanden scherp zicht, maar het duurt soms even voor je ogen daaraan gewend zijn. Overweeg dus goed wat jouw verwachtingen zijn en bespreek dit tijdens het consult.
De herstelperiode is kort maar belangrijk
De ingreep zelf duurt meestal minder dan een half uur per oog en gebeurt onder plaatselijke verdoving. Na de behandeling kun je dezelfde dag nog naar huis. De meeste mensen zien de volgende dag al scherp. Toch is het belangrijk dat je de eerste dagen rust neemt en de instructies van je arts opvolgt. Goed druppelen, niet in je ogen wrijven en even geen zware inspanning zorgen voor een goed herstel.
Let op de kwaliteit van de nazorg
Een goede kliniek stopt niet bij de operatie. Er hoort een uitgebreid nazorgtraject bij. Denk aan controles, het meten van je zicht en het controleren op mogelijke complicaties. Vraag vooraf hoeveel nazorgmomenten zijn inbegrepen en hoe lang je op begeleiding kunt rekenen. Goede nazorg draagt bij aan een stabiel en duurzaam resultaat.
 
				 
								

